-
1 ban
ban [bã]〈m.〉♦voorbeelden:les bans de mariage sont affichés • het huwelijk is bekendgemaakt3 un ban pour le vainqueur! • één hoeraatje voor de winnaar!5 être en rupture de ban • een uitwijzingsbevel negeren; 〈 figuurlijk〉 met alle sociale conventies gebroken hebbenmettre au ban • in de ban doen, verbannen -
2 lettre
lettre [letr]〈v.〉1 brief2 letter♦voorbeelden:lettre d'introduction • aanbevelingsbrieflettre de voiture • vrachtbrieflettre chargée • aangetekende brief met geld erinlettre circulaire • rondschrijvenlettre sonore • cassettebrief, praatbrief〈 van voedsel〉 ça passe comme une lettre à la poste • dat slikt makkelijk weg, gaat erin als koekpasser comme une lettre à la poste • zomaar geaccepteerd worden, zomaar doorgang vindenlettre piégée • bombrief, briefbompapier à lettres • postpapierpar cette lettre • bij deze2 être écrit en lettres de feu (dans la mémoire de qn.) • onuitwisbaar in iemands geheugen gegrift staanlettre d'imprimerie • drukletter, blokletterla lettre de la loi • de letter der wetêtre écrit en lettres de sang • met bloed geschreven staanen toutes lettres • voluità la lettre, au pied de la lettre • letterlijkun romantique avant la lettre • een voorloper van de romantiek→ boîtehomme, femme, gens de lettres • letterkundige(n)avoir des lettres • belezen zijn1. f1) brief2) letter2. lettresf pl -
3 lettre de faire-part
lettre de faire-part -
4 faire
faire1 [fer]〈m.〉1 〈 beeldende kunst, literatuur〉manier van schrijven, schilderen, beeldhouwen ⇒ stijl, techniek, wijze van uitvoering→ dire————————faire2 [fer]1 maken2 doen9 zeggen ⇒ antwoorden 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:ce faisant • daarbijque faire? • wat te doen?mais qu'est-ce qu'ils font! • wat spoken ze toch uit!qu'est-ce que vous faites dans la vie? • wat doet u (voor de kost)?quoi qu'on fasse, il n'est jamais content • wat men ook doet, hij is nooit tevredenpour quoi faire? • waarvoor?, waarom?il ne fait rien à l'école • hij presteert niets op schoolje ne peux pas faire autrement • ik kan niet andersil a bien fait • dat heeft hij goed gedaanfaire bien, mal de 〈+ onbepaalde wijs〉 • er goed, verkeerd aan doen tecomment avez-vous fait pour résoudre ce problème? • hoe heeft u dit probleem opgelost?3 faire de l'anglais • 〈 aan de universiteit〉 Engels studeren; 〈 op school〉 Engels leren; 〈 in vrije tijd〉 aan Engels doenfaire de l'aviron, de la natation, de la voile • roeien, zwemmen, zeilenil a fait les Beaux-Arts • hij heeft de academie voor beeldende kunsten doorlopenfaire que 〈+ aantonende wijs〉 • ten gevolge hebben dat, veroorzaken dat〈 onpersoonlijk, van tijd〉 ça fait quinze jours que je ne l'ai pas vu • ik heb hem sinds veertien dagen niet geziencent centimètres font un mètre • honderd centimeter is een meteril fait un mètre quatre-vingts • hij is 1,80 m (lang)quelle pointure faites-vous? • welke maat (schoenen) heeft u?je fais du quarante • ik heb maat veertigquatre et trois font sept • vier en drie maakt, is zevencombien fais-tu? • hoe groot, zwaar ben jij?combien ça fait? • hoeveel is dat?il me fait penser à mon oncle • hij doet me aan mijn oom denkenfaire rire qn. • iemand aan het lachen makenfaire savoir (à qn.) que • (iemand) mededelen datfaire traverser la rue à qn. • iemand de straat helpen overstekenfaire l'idiot • zich van den domme houden; gek doen9 sans doute, fit-il, vous avez raison • ongetwijfeld, antwoordde, zei hij, u heeft gelijkmon manteau fera l'hiver • met mijn jas kom ik de winter nog wel doorune bouteille de whisky me fait six mois • ik doe zes maanden met een fles whiskyest-ce qu'il a déjà fait sa rougeole? • heeft hij al mazelen gehad?faire jeune • er jong uitzienvotre cravate fait sérieux • door uw das ziet u er serieus uitsi tu fais cela, tu auras à faire à moi • als je dat doet, dan krijg je het met mij aan de stokavoir à faire à, avec • te doen, te maken hebben metn'avoir que faire de qc. • iets niet nodig hebbenêtre fait pour • bestemd, geschikt zijn voor〈 informeel〉 (il) faut le faire! • doe het maar eens na!ça fait une heure que je t'attends • ik wacht al een uur op jeen faire (à sa tête) • zijn eigen gang gaanje n'en ferai rien! • ik denk er niet aan!en faire tout un drame • er een drama van maken〈 informeel〉 on ne me la fait pas! • ik ben niet van gisteren!qu'est-ce que cela fait? • wat zou dat?qu'est-ce que ça peut bien vous faire? • wat kan u dat eigenlijk schelen?qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse? • wat maakt het mij uit?ça ne fait rien • dat doet er niet toerien à faire! • niets daarvan!, nee is nee!rien n'y fit • niets hielpnous ne pouvons rien y faire • wij kunnen er niets aan doencela y fait beaucoup • dat maakt veel uitça fait bien de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is in de mode, het staat goed tec'est bien fait! • goed zo!c'est bien fait (pour lui)! • net goed!, lekker!il ne fait que commencer • hij begint pasne faire qu'entrer et sortir • even bij iemand aanwippenne faire que (de) 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo pas, net, juist iets gedaan hebbencela ne fait rien à l'affaire • dat verandert niets aan de zaakqu'est-ce que tu as fait de mes clefs? • wat heb je met mijn sleutels gedaan?ne pas pouvoir faire que • niet kunnen verhinderen dat〈 kaartspel〉 c'est à qui de faire? • wie geeft?faites! • ga uw gang!ce n'est ni fait ni à faire • het is knoeiwerkje le connais comme si je l'avais fait • ik ken hem door en door1 tot stand komen ⇒ ontstaan, gemaakt worden3 worden4 beter, rijper worden6 gebruikelijk zijn 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 comment que ça se fait? • hoe komt dat?〈 handel〉 se faire en acajou, en bleu • in mahonie, in blauw vervaardigd worden, leverbaar zijn〈 onpersoonlijk〉 il pourrait bien se faire que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is niet onwaarschijnlijk datse faire vieux • oud worden, verouderense faire à une idée • aan een idee wennença ne se fait pas! • dat, zoiets doet men niet!se faire les ongles • zijn nagels verzorgense faire une tasse de café • een kopje koffie voor zichzelf makense faire couper les cheveux • zijn haren laten knippense faire faire un costume • (zich) een pak laten makens'en faire • zich zorgen maken, zich ongerust makenne pas s'en faire • zich niet druk maken, zich nergens iets van aantrekken; 〈 ook〉 zich niet generen(ne) t'en fais pas! • (maak je maar) geen zorgen!, maak je niet dik!〈 informeel〉 il faut se le, la faire • het leven met hem, haar is geen lolletje♦voorbeelden:il fait nuit • het is nachtquel temps fait-il? • wat voor weer is het?par le temps qu'il fait • met dit weeril fait beau • het is mooi weercombien il fait aujourd'hui? • hoeveel graden is het vandaag?1. v1) maken2) doen3) doen (aan) [sport, muziek, etc.]4) afleggen [afstand]5) veroorzaken6) zijn [maten, rekenen]7) doen (alsof), spelen8) antwoorden2. se fairev2) gebeuren3) worden4) beter/rijper worden5) wennen (aan)3. il faitv -
5 matrimonial
matrimonial [maatriemonjaal],matrimoniaux [maatriemonjoo] -
6 défaire
défaire [deefer]1 afbreken ⇒ uit elkaar halen, openmaken, uitpakken♦voorbeelden:défaire un mariage • een huwelijk ontbindendéfaire la table • de tafel afruimenfaire et défaire qn. • iemand maken en breken1 losraken ⇒ opengaan, in de war raken♦voorbeelden:se défaire de ses poursuivants • zijn achtervolgers van zich afschuddense défaire de ses ennemis • zijn vijanden uit de weg ruimen1. v2) afbreken3) losmaken, losknopen4) uitpakken5) tenietdoen7) verslaan2. se défairev1) losraken, opengaan2) aftakelen -
7 épouser
épouser [eepoezee]〈 werkwoord〉1 trouwen (met) ⇒ huwen, door huwelijk verkrijgen♦voorbeelden:épouser les idées d'un ami • de ideeën van een vriend volkomen overnemenépouser la forme de • de vorm aannemen vanv -
8 communauté
communauté [kommuunootee]〈v.〉3 klooster♦voorbeelden:communauté économique européenne • Europese Economische Gemeenschapcommunauté européenne du charbon et de l'acier • Europese Gemeenschap voor Kolen en Staalposséder qc. en communauté avec qn. • iets samen met iemand bezittenf1) gemeenschap2) broederschap3) klooster -
9 contracter
contracter [kõtraaktee]1 〈 schuld, verplichting, verbintenis, verbond〉 aangaan ⇒ 〈 verplichting, verantwoordelijkheid〉 op zich nemen ⇒ 〈 verzekering〉 afsluiten ⇒ 〈 lening, huwelijk〉 sluiten♦voorbeelden:4 être contracté • nerveus, gespannen zijn1. v1) (af)sluiten [contract]2) aangaan [verplichting]3) op zich nemen [verantwoordelijkheid]4) oplopen [ziekte]5) aannemen [gewoonte]6) (doen) samentrekken [spieren]7) spannen [spieren]2. se contracterv2) verstarren [gezicht] -
10 parti
parti1 [paartie]〈m.〉1 (politieke) partij ⇒ groep, kamp4 partij ⇒ voordeel, nut, profijt♦voorbeelden:s'inscrire au Parti • lid van de Communistische Partij wordense mettre d'un parti • zich bij een partij aansluitenêtre de parti pris • partijdig, vooringenomen zijnprendre le parti des opprimés • het opnemen voor de verdruktenprendre parti pour, contre qn. • partij trekken, kiezen voor, tegen iemandprendre son parti de qc., en prendre son parti • zich bij iets neerleggen, zich erbij neerleggen4 tirer parti de • gebruik maken van, profiteren van————————parti2 [paartie]1 vertrokken ⇒ afwezig, wegm1) partij, kamp2) oplossing -
11 dissolution
dissolution [diesolluusjõ]〈v.〉2 verval ⇒ ondergang, vernietiging♦voorbeelden:f1) ontbinding3) oplossing4) bandenlijm -
12 époque
époque [eepok]〈v.〉2 tijdstip♦voorbeelden:il faut être de son époque, vivre avec son époque • men moet met zijn tijd meegaannous vivons une drôle d'époque • wij leven in een rare tijdd' époque • echt antiekl'époque des semailles • de zaaitijdà l'époque • destijdsà l'époque de son mariage • ten tijde van zijn huwelijkà l'époque où • toenf1) tijdperk2) tijdstip -
13 lit
lit [lie]〈m.〉♦voorbeelden:lit à baldaquin, lit à l'ange, lit d'ange, lit à la duchesse, (en, à) tombeau • hemelbedlit de camp • veldbedlit canapé • slaapbankdescente de lit • beddenkleedjelit de douleur • ernstig ziekbedêtre sur son lit de mort • op sterven liggenlit de paille • strobedlit de sangle • veldbedlit clos, breton • bedsteelit pliant • opklapbedchasser de son lit • verstotenfaire son lit • zijn bed opmakenfaire dans son lit • in zijn bed plassenmettre au lit • in bed stoppen, naar bed brengenmourir dans son lit • een natuurlijke dood sterven→ saut3 lit mineur, majeur • bedding bij lage, hoge waterstandenfants du premier lit • kinderen uit het eerste huwelijkm1) bed2) laag, bank3) bedding [rivier] -
14 bénédiction
bénédiction [beeneedieksjõ]〈v.〉1 zegen ⇒ (in)zegening, (het) zegenen♦voorbeelden:1 bénédiction nuptiale • kerkelijke inzegening van een huwelijk, huwelijkszegendonner sa bénédiction à qn. • iemand zijn zegen gevenfzegen, (in)zegening -
15 bon
bon1 [bõ]〈m.〉1 bon ⇒ bewijsje, briefje♦voorbeelden:bon de caisse • kassabonbon de livraison • reçubons du Trésor • schatkistbiljetten, -bonnen————————bon2 [bõ],bonne [bon]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, tussenwerpsel, m., v.〉1 goed ⇒ gunstig, geschikt, fatsoenlijk2 goedaardig ⇒ goedmoedig, vriendelijk4 lekker ⇒ heerlijk, aangenaam7 groot ⇒ vol, volledig8 hard ⇒ hevig, flink9 〈 als uitroep〉goed! ⇒ afgesproken!♦voorbeelden:bon mariage • voordelig huwelijkbonne terre • vruchtbaar landc'est bon • okay, goedc'est très bon! • dat is prima!il est bon que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is wenselijk, nodig dat …il est bon de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is wenselijk, nodig om …on est bon! • we zijn erbij!c'est bon! • zo is het wel genoeg!être bon (pour) • iets wel moetencomme bon vous semble • zoals u wilttenir bon • weerstaan, weerstand biedentrouver, juger, croire bon • goedvinden, goeddunken, goed oordelenà quoi bon tous ces efforts? • waarvoor al die moeite?être bon à • geschikt zijn om, dienen totil n'est bon à rien • hij deugt nergens voorbon pour le service • goedgekeurd voor militaire dienstêtre bon pour • ergens niet aan kunnen ontsnappenil y a du bon et du mauvais chez lui • hij heeft goede en slechte eigenschappenavoir du bon • voordelen hebbenun bon à rien • nietsnut2 un homme bon • een aardige, goedhartige manvous êtes bien trop bon • dat is zeer aardig van ules bons et les méchants • de goeden en de kwadenun bon garçon • een goedige jongen4 bonne année! • gelukkig nieuwjaar!un bon bain • een verkwikkend badavoir la bonne vie • een luizenleven leidenil fait bon • het is lekker weer, het is plezierig, aangenaamil fait bon 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is lekker, prettig omsentir bon • lekker ruikenelle est bien bonne! • die is goed!c'est une (bien) bonne! • dat is een goeie!arriver bon premier • met glans winnen9 bon! • goed, afgesproken!ah bon? • oh ja?, werkelijk?1. m1) (het) goede2) goed mens3) bon, bewijs4) belang2. bon/bonneadj, adv1) goed, gunstig, geschikt2) goedmoedig, vriendelijk3) naïef, simpel4) lekker, aangenaam5) grappig, leuk6) juist, waar7) groot, vol, volledig8) hard, hevig3. interjgoed, afgesproken! -
16 consommation
consommation [kõsommaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:droit de consommation • verbruiksbelasting, accijnsfaire une consommation d'essence énorme • een zeer hoog benzineverbruik hebbenjusqu'à la consommation des siècles • tot het einde der tijdenf1) verbruik2) consumptie, gebruik3) voltooiing, vervulling -
17 convenance
convenance [kõvnãs]〈v.〉2 zin ⇒ smaak, gading♦voorbeelden:1 contraire aux convenances • onbehoorlijk, ongepastobserver, respecter les convenances • de wetten van het fatsoen eerbiedigen2 à ma, ta, sa convenance • al naar gelang 't mij, jou, hem, haar schikttrouver qc. à sa convenance • iets naar zijn zin vindencongé pour des raisons de convenance personnelle • verlof om persoonlijke redenen1. f1) geschiktheid, gepastheid2) zin, smaak3) overeenkomst, gelijkenis2. convenancesf plfatsoen, goede manieren -
18 dissoudre
dissoudre [diesoedr]2 zich oplossen ⇒ zich splitsen, uiteenvallen1. v1) oplossen [zout, etc.]2) ontbinden2. se dissoudrevoplossen, uiteenvallen -
19 bénédiction nuptiale
bénédiction nuptialekerkelijke inzegening van een huwelijk, huwelijkszegen -
20 communauté entre époux
communauté entre époux
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Van den Aardweg — Gerard J. M. van den Aardweg (* 1936 in Haarlem, oft Gerard J. van den Aardweg) ist ein niederländischer Psychologe und Psychoanalytiker, welcher sich vor allem mit Homosexualität beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Werk 2 Ansichten über… … Deutsch Wikipedia
Wieteke van Dort — Louisa Johanna Theodora (Wieteke) van Dort (Surabaya, Dutch East Indies, May 16, 1943) is a Dutch actress, comedienne, singer, writer and artist. She has appeared on many children’s television programs and is best known for her Dutch Indonesian… … Wikipedia
Johannes le Francq van Berkhey — (auch: Joannes le Franc van Berkhey; * 23. Januar 1729 in Leiden; † 13. März 1812 ebenda) war ein niederländischer Naturforscher, Dichter und Maler. I … Deutsch Wikipedia
G.J.M. van den Aardweg — Gerard J. M. van den Aardweg (* 1936 in Haarlem, oft Gerard J. van den Aardweg) ist ein niederländischer Psychologe und Psychoanalytiker, welcher sich vor allem mit Homosexualität beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Werk 2 Ansichten über… … Deutsch Wikipedia
GJM van den Aardweg — Gerard J. M. van den Aardweg (* 1936 in Haarlem, oft Gerard J. van den Aardweg) ist ein niederländischer Psychologe und Psychoanalytiker, welcher sich vor allem mit Homosexualität beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Werk 2 Ansichten über… … Deutsch Wikipedia
Gerard van den Aardweg — Gerard J. M. van den Aardweg (* 1936 in Haarlem, oft Gerard J. van den Aardweg) ist ein niederländischer Psychologe und Psychoanalytiker, welcher sich vor allem mit Homosexualität beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Werk 2 Ansichten über… … Deutsch Wikipedia
Gerard J. M. van den Aardweg — (* 1936 in Haarlem, oft Gerard J. van den Aardweg) ist ein niederländischer Psychologe und Psychoanalytiker, welcher sich vor allem mit Homosexualität beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Werk 2 Ansichten über Homosexualität und… … Deutsch Wikipedia
BRUGGEN, CARRY VAN — (1881–1932), Dutch novelist and philosophical writer. Born in Smilde as Carolina Lea de Haan, she was the sister of jacob israel de haan . Her first husband was the non Jewish writer Kees van Bruggen, her second the art historian A. Pit. Carry… … Encyclopedia of Judaism
Theodor Hendrik van de Velde — Der holländische Arzt und Gynäkologe Theodoor Hendrik van de Velde (* 12. Februar 1873 in Leeuwarden; † 27. April 1937 in der Nähe von Locarno bei einem Flugzeugabsturz) war Direktor des Gynäkologischen Instituts in Haarlem (Niederlande). Sein… … Deutsch Wikipedia
Theodoor Hendrik van de Velde — Der friesisch niederländische Arzt und Gynäkologe Theodoor Hendrik van de Velde (* 12. Februar 1873 in Leeuwarden; † 27. April 1937 in der Nähe von Locarno bei einem Flugzeugabsturz) war Direktor des Gynäkologischen Instituts in Haarlem… … Deutsch Wikipedia
Theodoor Hendrik van de Velde — Pour les articles homonymes, voir Van de Velde. Le gynécologue néerlandais Theodoor Hendrik van de Velde (1873 – 1937) commença ses études de médecine aux facultés de Leiden et d Amsterdam, et par la suite se fit un certain renom comme directeur… … Wikipédia en Français